Homeopathie is een geneeswijze die gebaseerd is op het principe ‘het gelijke met het gelijkende genezen’. Dit wordt ook wel het similia- of gelijkheids-principe genoemd. Dit principe is al zo oud als de geneeskunde zelf en werd al ruim voor onze jaartelling beschreven.
Ook Hippocrates, de grondlegger van zowel homeopathisch gedachtengoed als reguliere geneeskunde, beschreef in de eerste eeuw v.C. al hoe een (giftige) stof die bij een gezond persoon bepaalde ziekteverschijnselen oproept, diezelfde symptomen ook weer kan genezen bij een zieke met dezelfde klachten, als je een heel geringe dosis van datzelfde middel toedient.
Hoewel dat principe nog altijd geldt voor het gebruik van homeopathische geneesmiddelen, heeft de homeopathische geneeskunde zich in de loop der jaren ook ontwikkeld en zijn er verschillend methoden en ‘stromingen’ ontstaan en kan homeopathie vanuit verschillende invalshoeken toegepast worden.
Omdat de manier van behandelen wel degelijk gevolgen kan hebben voor het resultaat van de behandeling, wil ik de belangrijkste vormen van homeopathie toch graag uitleggen.

Klassieke homeopathie

‘Klassieke’ homeopathie is bij uitstek een holistische manier van behandelen. Dat betekent dat er niet alleen gekeken wordt naar de symptomen of ziekte, maar vooral ook naar de individuele patiënt met zijn eigen eigenschappen, kenmerken, eigenaardigheden en karakter en zijn manier van uiten van klachten. Ook leefomstandigheden, levensgeschiedenis en erfelijke informatie wordt daarbij meegenomen in de anamnese en zal daar waar het bijgedragen heeft aan het ziek worden, ook een plek krijgen in de behandeling.
Daarbij wordt verband gelegd tussen de mentale en fysieke toestand van dat individu, dus mentaal en fysiek beïnvloeden elkaar en zullen beiden meegenomen moeten worden in de behandeling. Geneesmiddelen worden gekozen op basis van het similia-principe waarbij alle factoren die bijgedragen hebben aan het ziek zijn meegenomen worden.
Het middel wordt dus heel individueel voorgeschreven, waardoor 10 patiënten met dezelfde symptomen mogelijk alle 10 een ander middel nodig hebben. Daarom is de veel gestelde vraag “heb je een middeltje voor…” niet zomaar te beantwoorden.

Er wordt gewerkt met enkelvoudige middelen, vaak in hogere potenties die al dan niet herhaald worden op basis van de reactie van de klachten. Verschillende klachten of aspecten van een klacht kunnen eventueel (en afhankelijk van de stroming) afzonderlijk en/of in afwisseling behandeld worden.
Het woord ‘klassiek’ slaat vooral op de manier van toepassen zoals Hahnemann, de grondlegger van de hedendaagse homeopathie, deze uitvoerig beschreven heeft in zijn boek Organon der Geneeskunde. Met name homeopaten die niet als arts waren opgeleid zijn deze term gaan gebruiken om zich te onderscheiden van artsen en homeopaten die zich vooral met klinische of complexhomeopathie bezig hielden.
Maar ook binnen de ‘klassieke’ homeopathie ontstonden verschillende stromingen toen – na ruim 80 jaar ongelezen op een zolder gelegen te hebben – het manuscript van de 6e editie van de Organon uitgebracht werd. Hahnemann heeft gedurende zijn leven de behandelmethode steeds verder uitgediept en ontwikkeld en hij ontwikkelde de LM potenties en deze 6e editie is de basis voor homeopathische behandeling volgens de ziekteklassificatie. Omdat er al heel lang volgens eerdere edities van de Organon onderwezen en gewerkt werd, hielden veel homeopaten vast aan deze eerdere methode (die ook wel ‘Kentiaanse homeopathie’ genoemd wordt), waarbij voornamelijk met C-potenties gewerkt wordt. Vandaar dat deze twee stromingen nog altijd naast elkaar bestaan.

De term ‘klassieke homeopathie’ is daardoor eigenlijk verwarrend, zelfs als we ‘homeopathie zoals Hahnemann bedoeld heeft’ als uitleg nemen. Want bedoelen we dan zijn methode volgens de veelgebruikte 4e editie waarin hij met C-potenties werkt, of de 6e editie met de ziekteklassificatie en LM-potenties? Toch wordt de term door de meeste homeopaten nog wel gehandhaafd om zich te onderscheiden van behandelaars die volgens andere methoden werken, met name de klinische- of complexhomeopathie omdat deze ook zonder gedegen opleiding toegepast (kunnen) worden.
De term ‘klassiek’ geeft daarnaast ook de indruk dat homeopathie sinds Hahnemann’s tijd onveranderd is gebleven. Dat is zeker niet het geval, de homeopathische geneeskunde staat ook nu nog zeker niet stil. Nog altijd worden nieuwe geneesmiddelen ontwikkeld en ontstaan er nieuwe stromingen en methoden die gebaseerd zijn op nieuwe inzichten, ontwikkelingen en/of onderzoeken. Complexere ziektebeelden en hedendaagse problemen als milieuverontreiniging, electrosmog etc. vragen om meer kennis en aanpassingen om de gevolgen hiervan te kunnen behandelen.

Klinische homeopathie

Bij klinische homeopathie zijn de symptomen en feitelijke klacht het uitgangspunt bij de geneesmiddelkeus. Er wordt daarbij meestal een keus gemaakt uit een beperkt aantal eenvoudige en relatief ‘standaard’ middelen voor ‘standaard’ klachten. Er wordt dus niet, zoals bij ‘klassieke’ homeopathie, naar het hele patiënt, inclusief zijn voorgeschiedenis en leefomstandigheden gekeken, maar alleen naar de klacht op dat moment. Hierdoor is deze methode vaak minder succesvol bij het behandelen van diepere, chronische klachten, omdat er niet naar diepere oorzaken gekeken wordt.
Klinische homeopathie lijkt qua insteek meer op reguliere geneeskunde en vindt daardoor vaak beter aansluiting bij reguliere (dieren)artsen.
Deze manier van toepassen is met name geschikt voor het behandelen van eenvoudige acute klachten dus vooral als homeopathische EHBO-behandeling. Met een korte EHBO-cursus voor wat basiskennis over homeopathie en kennis over een aantal standaard middelen is het al goed mogelijk om eenvoudige klachten en ongemakken zelf homeopathisch te behandelen. 

Complexhomeopathie

Onder complexhomeopathie verstaan we de behandeling met een standaard middel  wat samengesteld is door verschillende enkelvoudige homeopathische middelen samen te voegen. Een complexmiddel wordt samengesteld voor een bepaalde klacht, een ziektebeeld of een orgaansysteem wat men wil ondersteunen waarbij meerdere middelen gekozen worden die zouden kunnen passen bij die klacht of dat systeem.
Complexmiddelen zijn vooral op de markt gebracht als homeopathische zelfhulpmiddelen. Voor het toepassen van complexmiddelen is weinig specifieke kennis nodig over homeopathische principes en geneesmiddelen, zodat iedereen ze kan toepassen of voorschrijven.
Er zijn dus ook behandelaars die niet geschoold zijn in homeopathie, die deze complexmiddelen voorschrijven. Dat mag, homeopathie is een vrij beroep, maar is wel handig om te weten wanneer je een homeopathisch behandelaar zoekt. Het maakt namelijk wel verschil voor het resultaat wat met een behandeling gehaald kan worden.

Bij complexhomeopathie wordt net als bij klinische homeopathie niet gekeken naar individuele omstandigheden of naar onderliggende oorzaak van de klacht maar naar de symptomen die men wil behandelen. Daarbij kunnen soms ook meerdere symptomen binnen 1 complexmiddel vallen als dat een breder samengesteld complex is (dus bijvoorbeeld een complex voor ‘hormonale klachten’ of ‘spijsvertering ondersteunen’).
Hierdoor heeft het geneesmiddel een bredere werking, maar omdat de meeste complexmiddelen samengesteld worden uit lagere potenties – waardoor ze veilig zijn voor zelfmedicatie – en niet op het individu zijn voorgeschreven, werken ze doorgaans minder diep. Ik vergelijk het vaak met schieten met hagel op een olifant. Er is altijd wel een van de ingrediënten van het complexmiddel ‘raak’ maar je bereikt er in veel gevallen geen blijvend resultaat mee.
Dat is een van de redenen dat behandeling met behulp van complexmiddelen vaak herhaald moet worden omdat de klacht terug komt, of dat patiënten permanent of periodiek op het middel moeten blijven om de klacht onder controle te houden.
Toch hebben ook deze middelen hun plek, want als de klacht niet zo diep is, kan een complexmiddel net genoeg zijn om het zelfherstellend vermogen even dat duwtje te geven wat het nodig heeft, of klachten onder controle houden, totdat iemand de juiste hulp heeft kunnen vinden. En ook als palliatieve behandeling bij klachten die ook met behulp van een diepere behandeling niet meer volledig om te keren zijn, kunnen complexmiddelen soms een uitkomst bieden in het management van de symptomen. Maar ook in die situaties is het raadzaam een klassiek homeopaat te raadplegen, want met de juiste diepere behandeling kan er toch vaak meer dan je denkt.